Waarom vrouwen in de overgang zo snakken naar suiker – en hoe je daarvan afkomt

Veel vrouwen merken dat ze tijdens de overgang ineens meer trek hebben in zoet. En niet een beetje — maar échte, allesoverheersende cravings.

Je weet dat het niet helpt, maar je lichaam lijkt iets anders te zeggen.

Waarom gebeurt dit? En hoe kun je dat doorbreken zonder jezelf iets te ontzeggen?


1. Het begint bij je hormonen

Tijdens de (peri)menopauze daalt de productie van oestrogeen en progesteron.
Deze hormonen spelen een belangrijke rol in je bloedsuikerspiegel, je stemming en je verzadiging.
Wanneer ze schommelen, reageert je lichaam gevoeliger op dips in bloedsuiker.

 Resultaat: je lichaam vraagt om snelle energie — suiker.

Bovendien daalt ook het gelukshormoon serotonine.
En laat suiker nou nét dat systeem kortstondig activeren…

Je eet dus niet alleen om energie te krijgen, maar ook om je even beter te voelen.


2. Slaap en stress versterken het effect

Weinig slaap, veel stress en constant “aanstaan” zorgen voor verhoogde cortisolwaarden.
Cortisol beïnvloedt je bloedsuiker, je eetgedrag en je vetopslag.
Bij langdurige stress wil je lichaam simpelweg overleven — en dat doet het met suiker.

 “Eén koekje om even energie te krijgen.” En voor je het weet, is de hele rol weg.


3. De vicieuze cirkel van suiker en vermoeidheid

Na het eten van suiker stijgt je bloedsuiker snel → je voelt je even goed.
Maar daarna daalt hij net zo hard → vermoeidheid, prikkelbaarheid, en opnieuw trek.
Zo blijf je in een cyclus van dip en piek.


Hoe je van die suikerverslaving afkomt (zonder streng dieet)

1. Eet meer eiwitten en vezels

Zorg bij elke maaltijd voor voldoende eiwitten (zoals kip, vis, eieren of plantaardige bronnen)
en vezels (groenten, volkorenproducten).
Dat stabiliseert je bloedsuiker en houdt je langer verzadigd.

Richtlijn: 20–25 gram eiwit per maaltijd en minimaal 25–30 gram vezels per dag.


2. Drink voldoende water

Veel vrouwen verwarren dorst met trek.
Begin je dag met water en drink verspreid over de dag minstens 1,5–2 liter.


3. Verminder stress en verbeter je slaap

Slaapgebrek verhoogt hongerhormonen (ghreline) en verlaagt verzadigingshormonen (leptine).
Zorg voor regelmaat: ga op vaste tijden naar bed en beperk schermgebruik ’s avonds.


4. Beweeg slim – niet te veel cardio

Te veel cardio vergroot stress (cortisol), terwijl krachttraining juist helpt om je bloedsuiker stabiel te houden.
Twee tot drie sessies per week is ideaal.


5. Doorbreek de “vieruur-valkuil”

Dat moment op de dag waarop je energie inzakt en je hand automatisch naar suiker grijpt.
Vervang het door iets dat wél voedt:
– Een handje noten
– Griekse yoghurt met kaneel
– Een gekookt eitje
– Een korte wandeling


Wat je wint als je je suikerbehoefte leert begrijpen

Wanneer je stopt met het “bestraffen” van je eetgedrag en gaat begrijpen waarom je lichaam om suiker vraagt,
verandert alles.

Je krijgt stabielere energie, een rustiger hoofd en minder eetbuien. En dat voelt niet als “streng zijn”, maar als goed voor jezelf zorgen.


Kernboodschap

Suikertrek in de overgang is geen gebrek aan wilskracht,het is een signaal van je lichaam dat iets uit balans is. Leer luisteren, voed jezelf met wat je écht nodig hebt,
en je zult merken dat de behoefte minder wordt.

Geef niet toe, doe wat nodig is en geef niet op!

Jij kan dit!

Liefs Mo(nique)